De heelkundige behandeling van transpositie van de grote vaten bestaat erin de normale anatomie van het hart te herstellen. De ingreep wordt liefst in de eerste week na de geboorte uitgevoerd.
Tijdens de operatie worden de twee grote lichaamsslagaders (aorta en arteria pulmonalis) van plaats verwisseld, zodat het bloed weer op een normale manier door alle organen kan stromen. Deze procedure wordt “arteriële switch” genoemd.
Heelkundige techniek
De correctie gebeurt via sternotomie (openen van het borstbeen, midden op de borstkas), en met behulp van kunsthartcirculatie.
Na aansluiten van de kunsthartcirculatie wordt het hart tijdelijk stilgelegd. De opening tussen de beide voorkamers wordt eerst gehecht. Wanneer een VSD aanwezig is, wordt ook dit met een stukje kunststofpatch gesloten. De grote slagaders die uit het hart vertrekken, worden boven de klep doorgesneden en van plaats verwisseld. Met zeer fijne hechtingen worden ook de millimeterdunne kransslagaders van het ene naar het andere bloedvat overgebracht. Dit is het meest kritieke moment van de operatie. Op het einde van de ingreep functioneert het hart terug zoals in een normale circulatie.
Prognose
Indien er geen problemen optreden door het verplaatsen van de kransslagaders, zijn nog weinig complicaties te verwachten in de dagen na de operatie.
De follow-up van de arteriële switch operatie bedraagt nu wereldwijd meer dan 20 jaar. De resultaten blijven veelbelovend. De meeste patiënten leiden een normaal leven zonder beperkingen en hebben geen medicatie nodig.