Coarctatio aortae
Een coarctatio aortae is een vernauwing op de grote lichaamsslagader ter hoogte van de ductus arteriosus, juist onder de aftakking van de bloedvaten naar de linker arm. Vaak gaat deze aandoening gepaard met een smallere (hypoplastische) aortaboog. Door de vernauwing op deze belangrijke slagader komt de bloedvoorziening van onderste lichaamshelft in het gedrang. Bovendien wordt de weerstand waartegen de linkerkamer moet pompen groter zodat de voorkamer gaat verdikken (hypertrofie) en ontstaat er een hoge bloeddruk.
Coarctatio aortae kan zich onder verschillende vormen en op verschillende leeftijden presenteren. Op jonge zuigelingenleeftijd kan een coarctatio aortae voor grote problemen zorgen op het ogenblik dat de ductus sluit: de vernauwing in de aorta wordt nog meer uitgesproken en er valt een alternatieve bevloeiingsweg naar de onderste lichaamshelft weg. De baby begint sneller te ademen en slechter te drinken. Als de toestand niet tijdig wordt onderkend kan dit leiden tot een acute decompensatie die snel behandeld moet worden. Coarctatio aortae kan ook op latere leeftijd worden ontdekt. De vernauwing is dan minder uitgesproken en het lichaam heeft kleine zijvertakkingen (collateralen) gevormd die de onderste lichaamshelft bevloeien.
De diagnose wordt meestal gesteld naar aanleiding van een vergrote hartschaduw op een RX van de longen, slechte polsslag in de liezen en hoge bloeddruk. Indien de diagnose van coarctatio aortae klinisch wordt vermoed, zal in de eerste plaats een bloeddrukmeting worden uitgevoerd. Hierbij zal de bloeddruk aan de armen duidelijk hoger zijn dan aan de benen. De diagnose kan worden bevestigd door middel van echocardiografie. Hiermee kan men niet enkel de plaats en de lengte van de vernauwing in het licht stellen maar kan men ook de verdikking van de hartspier evalueren. Bovendien kunnen geassocieerde hartafwijkingen worden uitgesloten. Vooral bij grotere kinderen, volwassen en in het geval van recoarctatio is het niet steeds mogelijk de coarctatio perfect te visualiseren. Een gespecialiseerde magnetische resonantie scan (MRI) kan dan bijkomende informatie opleveren.
Indien bij een jonge zeer zieke baby de diagnose van coarctatio aortae wordt gesteld, zal in de eerste plaats getracht worden de ductus arteriosus opnieuw te openen door middel van medicatie (Prostin). Eens het kind stabiel is, zal steeds worden overgegaan tot het chirurgisch wegnemen van de vernauwing (coarctectomie). Na de ingreep kan de hoge bloeddruk gedurende enkele maanden blijven bestaan zodat medicatie nog enige tijd noodzakelijk blijft.
Ook bij oudere kinderen wordt, gezien de relatieve eenvoud en de goede resultaten van de ingreep, meestal een chirurgisch wegname uitgevoerd. Er kan echter in bepaalde gevallen ook worden overgegaan tot een hartkatheterisatie met ballondilatatie van de vernauwde aorta.
Bij volwassen patiënten worden zowel de chirurgische coarctectomie als de hartkatheterisatie uitgevoerd.
Het is belangrijk dat patiënten na de coarctectomie medisch gevolgd worden. Er kan immers steeds een recoarctatio optreden, die op zijn beurt moet worden behandeld. Meestal wordt dan een hartkatheterisatie uitgevoerd waarbij de vernauwing wordt opgerokken dmv een ballondilatatie. Eventueel wordt een stent geplaatst.