Ductus arteriosus

Wat is de rol van de ductus arteriosus?

De ductus arteriosus of ductus van Botall is een bloedvat dat de longslagader (a. pulmonalis) verbindt met de lichaamsslagader (aorta).  Hij speelt vooral een belangrijke rol tijdens de zwangerschap.

Tijdens het normale leven zorgen de longen voor de opname van zuurstof en de afvoer van koolstofdioxine. Het zuurstofarme bloed dat vanuit het lichaam in de rechtervoorkamer aankomt, vertrekt vanuit de rechterkamer via de longslagader naar de longen waar de zuurstofuitwisseling plaatsvindt. Het zuurstofrijke bloed zal daarna via de linkervoorkamer en -kamer naar het lichaam worden gevoerd. Tijdens het leven in de baarmoeder echter wordt deze rol van zuurstofuitwisseling overgenomen door de moederkoek. De bloeddruk in de longen is op dat ogenblik zeer hoog en volgens de wetten van de fysica neemt het bloed de weg van de minste weerstand: het zuurstofarme bloed stroomt van het rechterhart niet naar de longen maar via het foramen ovale en de ductus arteriosus naar de aorta en zo naar de moederkoek. Onmiddellijk na de geboorte nemen de longen hun taak van gasuitwisselaar op. De bloeddruk in de longcirculatie zakt drastisch en het zuurstofarme bloed zal nu wel via de longslagader naar de longen stromen. Op dat ogenblik is de taak van de ductus arteriosus als “binnenweg” voor het bloed uitgespeeld. Normalerwijze zal dit bloedvat dan ook onder invloed van verscheidene fysische en chemische processen spontaan sluiten.

ductus2-T

 

 

Wat indien de ductus arteriosus na de geboorte toch open blijft?

Meestal sluit de ductus arteriosus binnen de eerste 3 levensdagen. In enkele specifieke gevallen echter gebeurt dit niet. Zo is een persisterende ductus arteriosus (open openblijven van de ductus arteriosus) zeer frequent bij prematuur geboren kinderen. De mechanismen die zorgen voor het sluiten van de ductus zijn bij hen immers nog onvoldoende ontwikkeld. Er blijft dus een verbinding bestaan tussen de lichaams- en de longslagader. Na de geboorte daalt de bloeddruk in de longen zodat deze lager wordt dan de bloeddruk in de lichaamscirculatie. Het zuurstofarme bloed dat vertrekt vanuit de rechterkamer zal dus probleemloos naar de longslagader en naar de longen stromen. Het zuurstofrijke bloed dat vanuit de linkerkamer in de aorta stroomt zal echter, owv de lagere bloeddruk in de longen (opnieuw via het principe van de weg van de minste weerstand), voor een deel via de ductus arteriosus opnieuw naar de longen gaan. De longen raken op deze manier te veel gevuld met bloed wat aanleiding geeft tot zuurstofnood. Indien de problemen te groot zijn moeten deze pasgeboren baby’s behandeld worden. Is er geen zuurstofnood kan worden afgewacht. De ductus arteriosus kan immers nog spontaan sluiten tot 6 maanden na de geboorte.

Persisterende ductus arteriosus kan ook worden vastgesteld bij oudere kinderen. Soms gaat het om patiënten die na de geboorte medische problemen hebben gehad of om patiënten die een aangeboren hartafwijking hebben. Vaak echter kan er geen duidelijke oorzaak van het openblijven van de ductus worden achterhaald. De diagnose van persisterende ductus arteriosus wordt bij oudere kinderen bijna steeds gesteld naar aanleiding van een toevallig ontdekt hartgeruis. Meestal hebben de zij geen klachten, maar patiënten waarbij een grote hoeveelheid bloed (= grote shunt) naar de longen terugstroomt, hebben frequent last van luchtweginfecties . Zij komen meestal ook slecht bij in gewicht.

Hoe wordt de diagnose van persisterende ductus arteriosus gesteld?

Indien de diagnose van persisterende ductus arteriosus wordt vermoed, kan best een echocardiogram worden gemaakt. Hierbij kan dit bloedvat niet enkel worden gevisualiseerd, maar kan er ook worden geëvalueerd hoeveel bloed opnieuw naar de longen stroomt. Bovendien kunnen eventuele complicaties in het licht worden gesteld.

Moet een persisterende ductus arteriosus behandeld worden?

Indien een grote ductus arteriosus niet spontaan sluit, is het belangrijk dat deze kunstmatig gesloten wordt. Via dit bloedvat immers stromen grote hoeveelheden bloed terug naar de longen. Deze raken “overstroomd” wat aanleiding geeft tot zeer frequente longinfecties. Indien de situatie langdurig aanhoudt, kan dit bovendien aanleiding geven tot pulmonale hypertensie (gefixeerde hoge bloeddruk in de longvaten). In zeldzame gevallen kan de persisterende ductus arteriosus ook aanleiding geven tot hartinfectie bij bloedinfectie of tot trombose.

Hoe kan een persisterende ductus arteriosus worden behandeld?

Indien een pasgeboren baby zuurstofnood heeft omwille het openblijven van de persisterende ductus arteriosus kan getracht worden de ductus te sluiten door middel van medicijnen. In het Universitaire Ziekenhuis van Gent wordt vooral gebruik gemaakt van indomethacine (Indocid) doch andere centra maken vaak ook gebruik van ibuprofen. Het succes van deze behandeling is wisselend. Kleine prematuren en erg zieke kinderen reageren duidelijk minder goed.

Indien een medicamenteuze behandeling niet aanslaat en de baby veel last heeft, moet soms worden overgegaan tot een chirurgische sluiting (ligatie).

Bij oudere kinderen is het niet meer mogelijk de ductus via medicijnen te sluiten. Een hartoperatie is bij deze patiënten echter zelden noodzakelijk. Sedert een tiental jaren kan de ductus arteriosus immers worden gesloten doormiddel van hartkatheterisatie. Deze techniek is mogelijk vanaf een gewicht van 5 kg.

Zijn er speciale aandachtspunten bij kinderen met een persisterende ductus arteriosus?

Indien de ductus arteriosus nog open is, moet, bij het vullen van tanden of het verwijderen van tandsteen, éénmalig een dosis antibioticasiroop een half uur voor de ingreep worden ingenomen. Breng uw tandarts op de hoogte zodat dit in het dossier van uw kind kan worden genoteerd. Ook bij heelkundige ingrepen waarbij er een risico bestaat dat kiemen in de bloedbaan komen, moet voor de ingreep antibiotica worden genomen.